top of page

Aboriginals

  • Foto van schrijver: Leander en Gabrielle
    Leander en Gabrielle
  • 29 aug 2021
  • 11 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 30 aug 2021

Wanneer we het plaatsje Hermannsburg naderen zien we hoe drie Aboriginals zich wassen in de rivier, een van hen steekt zijn hand omhoog maar het is niet helemaal duidelijk hoe dit moet worden geïnterpreteerd. Even verderop zien we de eerste bebouwing verschijnen. Het ziet er rommelig uit, slecht onderhouden woningen, kapotte auto’s en een bord met ‘verboden in te rijden’ en daaronder ‘verboden te fotograferen’. Hermannsburg is een klein dorpje met een overwegend Aboriginal bevolking. Er lijkt weinig interactie te zijn met blanke mensen en al helemaal niet met toeristen. Bij een tankstation sluiten we aan achter een Aboriginal gezin. Hun auto is typerend voor het merendeel van de auto’s in Hermannsburg, het zit vol met deuken, er ontbreekt een spiegel en een nummerplaat. Het is uitzonderlijk dat alle ramen nog heel zijn. We rijden door richting de oude missionaris, gesticht in 1877 door de twee Lutheranen Hermann Kempe en Wilhelm Schwarz. Het doel van de missionaris in Hermannsburg was het verspreiden van het geloof, het aanbieden van onderwijs en het verzorgen van een vaste baan voor de Aboriginal bevolking. Dit had als doel om de Aboriginal bevolking te verleiden om hun traditionele manier van leven in te ruilen voor een westerse levensstijl. Het is niet lastig om te constateren dat het opleggen van een religie en westerse normen en waarden aan een bevolking die dat totaal vreemd is, andermaal heeft gefaald. De kloof tussen Aboriginals en de rest van de bevolking is groot en in Hermannsburg wellicht groter dan ooit.

Australiërs zijn doorgaans hartelijke, hulpvaardige en gastvrije mensen. Je hoeft er niet raar van op te kijken om in de supermarkt, het openbaar vervoer of in het tankstation in gesprek te raken met een medewerker die je vraagt hoe je dag is geweest. De mensen in de rij achter je wachten rustig af. Er wordt niet op horloges getikt en er worden geen onvriendelijke blikken uitgewisseld. Mocht je met pech langs te kant van de weg komen te staan dan is er altijd wel iemand die even stopt om te vragen of je hulp nodig hebt. Ook de manier waarop wij in Adelaide zijn ontvangen en de hulp die we van verschillende mensen hebben ontvangen is ronduit hartverwarmend.

Toch lijkt er zich onder deze zachtaardige buitenkant een andere laag te bevinden die iets minder vriendelijk is, een tikkeltje discriminatoir zelfs. Mensen zullen het niet direct zeggen maar indirect hoor je tijdens een gesprek vaak kleine toespelingen, vaak gebaseerd op stereotyperingen.

De afkeur is over het algemeen gericht op Chinezen, Indiërs en Aboriginals. Chinezen zijn voor veel Australiërs, zeker in de huidige tijd, niet te vertrouwen, Indiërs zijn arrogant en Aboriginals lui.


Een aantal maanden geleden planden we onze roadtrip naar Centraal Australië en we waren benieuwd of we een beter beeld konden krijgen van de Aboriginal cultuur. We wilden met eigen ogen zien waar de vooroordelen vandaan komen en of deze terecht zijn.

In Adelaide waren we tot dan toe nauwelijks in aanraking gekomen met deze interessante maar moeilijk te doorgronden cultuur en we hoopten dat het groepje, vaak geschonken en schreeuwende Aboriginals dat vaak rondhangt in het park rond ‘North Terrace’, niet representatief zou zijn voor de grotere groep.

De Aboriginalcultuur intrigeert ons omdat we er weinig vanaf weten en we er nauwelijks aan zijn blootgesteld. De Nederlandse cultuur is een mengelmoes van verschillende culturen en we zijn in Nederland, zeker in de grote steden, gewend aan mensen met een niet-westerse achtergrond. Echter, daarin zie je zelden of nooit een Aboriginal.

De bekendste Aboriginal is waarschijnlijk Cathy Freeman die tijdens de Olympische Spelen in Sydney het Olympisch vuur ontstak en goud veroverde op de 400 meter.

Ook refereren wij in Nederland niet aan typische Nederlanders als ‘oorspronkelijke bewoners’. In Nederland zijn er voldoende problemen op het gebied van immigratie maar hoe groot worden de problemen als er een grote groep mensen op het grondgebied van een inheemse bevolking arriveert, deze groep vervolgens verjaagd, vermoord en hun traditionele manier van leven in rap tempo probeert te veranderen?

Begin augustus vertrokken we vanuit het frisse Adelaide voor een rit van zo’n 1600 kilometer naar ‘The Red Centre’.

Na zo’n 900 kilometer overnachtten we even buiten het mijnstadje Coober Pedy om de volgende ochtend Coober Pedy binnen te rijden, op zoek naar een tankstation.

Het plaatsje telt zo’n 1800 bewoners waarvan ongeveer 700 Aboriginals. Het duurde dan ook niet lang voor we een aantal Aboriginals passeerden bij de plaatselijke supermarkt. We zagen nog net hoe een van hen een blikje bier leegdronk en in een vuilnisbak smeet. Dit was, aangezien het nog vroeg in de ochtend was, nogal opmerkelijk.

De geschiedenis van de Aboriginals is lang en gaat zo’n 50.000 jaar terug in de tijd. De westerse invloed op hun traditionele manier van leven is kort maar hevig en heeft voor veel problemen gezorgd.

Toen rond 1820 de eerste missionarissen werden gesticht, was dat over het algemeen niet in samenspraak met de Aboriginal bevolking. Daarnaast werden deze missionarissen vaak gebouwd op grond dat voor de bevolking vaak een belangrijke religieuze betekenis had. Deze gebieden werden vervolgens afgebakend en veranderden van een toegankelijk stuk land in westers ‘bezit’.

De koloniale macht bracht het landschap in kaart en verbond namen aan bergen, rivieren en andere oriëntatiepunten. Zo ontstonden namen als Mount Conner, Kings Canyon en de Macdonnell Ranges. De grote rots in het midden van Australië werd aangeduid als Ayers Rock.

De missionarissen hadden als doel om het geloof te verspreiden en onderwijs te verzorgen om zodoende de traditionele levensstijl van de Aboriginal bevolking te veranderen. Na verloop van tijd werd men hierin steeds fanatieker en agressiever. Het leidde uiteindelijk tot wat vandaag de dag bekend staat als ‘The Stolen Generations’. Tussen 1910 en 1970 werden volbloed en halfbloed Aboriginal kinderen door ambtenaren en paters onttrokken van hun families om ze op te voeden in westerse gezinnen.

Tussen 1950 en 1965 werd met name in de staat Northern Territory, het assimilatie beleid uitgevoerd. Ook dit beleid had als doel om de traditionele Aboriginal cultuur te vernietigen en te vervangen door een westerse cultuur. Deze gebeurtenissen hebben tot op de dag van vandaag voor ontzettend veel leed gezorgd en het heeft een diepe kloof geslagen in het vertrouwen tussen Aboriginals en de blanke bevolking.

In de afgelopen decennia is er in toenemende mate geprobeerd om de fouten uit het verleden te herstellen. In 1969 werd de ‘Aborigines Act’ goedgekeurd door het parlement. Deze wet zorgde ervoor dat Aboriginals in de staat New South Wales, toegang kregen tot sociale diensten. In 1976 werd in de Nothern Territory de ‘Aboriginal Land Rights Act’ ondertekend. Deze wet gaf Aboriginals het recht om bepaalde onbezette delen land, beter bekend als ‘Crown Land’ (overheidsgrond) te gebruiken. In de jaren ’80 ontstond er een beweging om Aboriginals ook stukken land terug te geven dat in het verleden van hen was afgenomen of waar zij een sterke religieuze verbondenheid mee voelden. In 1983 werd de ‘Aboriginal Land Rights Act’ getekend om dit mogelijk te maken. In 1987 scoorde de Australische band ‘Midnight Oil’ een hit met het nummer ‘Beds are Burning’ wat in Nederland de derde plek in de top 40 bereikte. Hierin wordt opgeroepen om Aboriginals hun land terug te geven.

“The time has come, a fact's a fact” “It belongs to them, let's give it back”

“How can we dance when our earth is turning” “How do we sleep while our beds are burning”

Naast het teruggeven van bepaalde stukken land heeft de overheid geprobeerd het bewustzijn onder de bevolking te vergroten. In 1913 werd de hoofdstad van Australië, Canberra gesticht.

Na een lange discussie over welke stad de hoofdstad van Australië moest worden (Sydney of Melbourne) besloot de Australische overheid om een nieuwe stad te stichten en het Canberra te noemen. Canberra, wat je uitspreekt als Kenbra, komt voort uit het woord Kambera, wat ontmoetingsplaats betekend. De Ngunnawa bevolking zijn de originele bewoners van dit grondgebied en het wordt geschat dat zij hier al zo’n 21.000 jaar leven.

Het tonen van respect naar de Aboriginal bevolking gebeurt voornamelijk tijdens officiële bijeenkomsten. Wanneer een congres of evenement in Adelaide wordt geopend wordt er standaard begonnen met: “We acknowledge this land that we meet on today is the traditional lands for the Kaurna people and that we respect their spiritual relationship with their country. We also acknowledge the Kaurna people as the custodians of the Adelaide region and that their cultural and heritage beliefs are still as important to the living Kaurna people today.”

Nadat we uit Coober Pedy waren vertrokken reden we in een keer door naar Uluru, de grote rots in het midden van Australië. Het is een apart gevoel om deze iconische plek van dichtbij te zien.

Het is zo’n moment van realisatie dat je je daadwerkelijk aan de andere kant van de planeet begeeft, op een plek die je tot die tijd alleen op plaatjes of ansichtkaarten zag. In het verleden werd de rots aangeduid als Ayers Rock en was het land rondom Ayers Rock eigendom van de staat. Echter, in 1985 werd het land teruggegeven aan de Anangu bevolking en in 1995 werd de naam veranderd in Uluru.

De naam van het nationale park veranderde van ‘Ayers Rock-Mount Olga National Park’ naar ‘Uluru-Kata Tjuta National Park’. In het verleden kon men Uluru beklimmen maar uit respect naar de Anangu bevolking heeft de overheid besloten om dit vanaf 26 oktober 2019 te verbieden.

Het is duidelijk dat de overheid haar best doet om de fouten uit het verleden te herstellen. Daarnaast proberen ze de verschillen die er bestaan tussen Aboriginals en de rest van de bevolking te verkleinen.

Een van deze verschillen is de levensverwachting. De levensverwachting voor ‘non-indigenous’ Australiërs is 80.2 jaar voor mannen en 83.4 jaar voor vrouwen. Voor Aboriginals is dit 71.6 jaar voor mannen en 75.6 jaar voor vrouwen. De overheid probeert dit verschil terug te brengen en heeft hiervoor het programma ‘closing the gap’ opgericht. Dit geeft Aboriginals onder andere betere toegang tot gezondheidszorg. Zo heeft iemand in Australië recht op vijf fysiotherapie behandelingen per jaar vanuit de basisverzekering. Iemand met een Aboriginal (of Torres Strait Islander) achtergrond heeft echter recht op tien behandelingen. Deze omgekeerde discriminatie zet vaak kwaad bloed onder de non-indigenous bevolking en zij hebben het gevoel dat Aboriginals op deze manier worden voorgetrokken.

Bij aankomst boekten we een camping net iets buiten het ‘Uluru-Kata Tjuta National Park’ en we besloten om drie dagen te blijven om het park te verkennen.

De volgende dag brachten we een bezoek aan het culturele centrum van het park en namen we een kijkje in een kunstgalerij dat kust verkoopt wat door de Anangu bevolking wordt gemaakt. Aboriginal kust is makkelijk te herkennen en wordt gekenmerkt door een soort pointillistische stijl (dot paintings). We besloten om een kustwerk aan te schaffen van de schilder Tim PeiPei.

In de kunstgalerij raakten we in gesprek met een mevrouw die sinds een aantal jaren in de Aboriginal gemeenschap leeft en werkt. Zij vertelde ons dat de problemen in de Aboriginal gemeenschap bijzonder complex zijn en dat het niet mogelijk is om precies aan te geven hoe deze problemen eventueel kunnen worden opgelost. Er is een lange en traumatische geschiedenis, wantrouwen naar hulpverleners, een taalbarrière, geweld, alcohol- en drugsmisbruik, criminaliteit en ga zo maar door.


Daarnaast lijkt de gemeenschap behoorlijk gesloten te zijn. Aboriginal maken zelden tot nooit contact met anderen, laten doorgaans weinig emotie zien en van een gesprek, of een poging daartoe, komt het meestal niet. Tijdens onze reis door Centraal Australië hebben we behoorlijk veel Aboriginals gezien maar echt contact hebben we nooit gemaakt.

Voor veel non-indigenous Australiërs lijkt het vraagstuk een ‘ver van m’n bed show’ te zijn en zij kijken er nogal cynisch tegenaan. De meesten vinden het met name een politiek probleem en lijken geen problemen te hebben met Aboriginals zolang zij maar in de ‘bush’ leven en geen problemen veroorzaken.

Australiërs staan erom bekend om voor alles een verkleinwoord te gebruiken. Zo wordt de minister-president Scott Morrison ‘Scomo’ genoemd. Een barbecue wordt ‘barbe’, McDonalds ‘Macca’s’, sunglasses ‘sunnies’ en breakfast ‘brekkie’.

Ook bepaalde bevolkingsgroepen worden soms, in bepaald gezelschap, aangeduid met vaak discriminerende afkortingen. Met ‘Wogs’ worden buitenlanders met een donkere huid aangeduid, voornamelijk Grieken en Italianen. Zo wordt voetbal ook wel ‘Wog Ball’ genoemd. Een ‘Dago’ is een Italiaan, Engelsen zijn ‘Pommies’ en Australiërs zelf zijn ‘Skips’ of ‘Skippies’. Een Aboriginal wordt ‘Abo’ of ‘Coon’ genoemd. Alhoewel Australië is opgebouwd door en met immigranten lijkt een deel van de bevolking niet zo gek veel op te hebben met juist deze groep.

Nadat we een aantal dagen rond Uluru hadden doorgebracht reden we door naar Kings Canyon waar we een prachtige wandeling maakten. Het weer was uitstekend en omdat het midwinter was, bleef de temperatuur beperkt tot zo’n 27 graden Celsius. Zomers kan de temperatuur in dit gebied oplopen tot wel 45 graden Celsius. De nachten waren koud maar helder en we werden elke nacht getrakteerd op een prachtige sterrenhemel.

Na Kings Canyon reden we door naar Hermannsburg waar we de oude missionaris bezochten. We maakten een wandeling langs de kerk, het schoolgebouw en de leerlooierij. In de cafetaria bestelden we een koffie en ontdekten we dat er zelfs apfelstrudel op het menu stond.

Het voelde vreemd aan om door een plaatsje te lopen waar zo lang geleden was geprobeerd om een klein stukje Europa te creëren, in het midden van een droog continent, tussen een bevolking die daar totaal niet op zat te wachten.

Vlakbij Hermannsburg ligt Palm Valley, een kloof met een klein riviertje waar een groot aantal palmbomen groeit.

We pakten de tent uit en besloten onze laatste dagen ontspannen door te brengen op de camping langs de Finke River. In de dagen erna maakten we een aantal wandelingen, lazen we een boek en genoten we van de rust.

De tijd was aangebroken om langzaam maar zeker weer huiswaarts te keren. Adelaide was ruim 1600 kilometer rijden dus we besloten om ’s ochtends vroeg te vertrekken en weer richting Coober Pedy te rijden.

Na een half uurtje rijden zagen we langs de kant van de weg een Aboriginal gezin staan met autopech. Men had ons van tevoren gewaarschuwd om dit te negeren en niet uit te stappen. We besloten ons raampje open te draaien om te vragen of we konden helpen. Er werd gevraagd om water en koelvloeistof.

Omdat we nog een halve fles koelvloeistof in de auto hadden, stapten we uit en besloten we te helpen. Er stonden zo’n vijf tot zes mensen om ons heen toen we het reservoir koelvloeistof bijvulden. Nadat we ook een deel van onze watervoorraad hadden overhandigd vroegen we of we nog tot hulp konden zijn maar hierop werd nee geschud. Het was niet helemaal duidelijk of onze hulp op prijs werd gesteld of dat men onze bemoeizucht hen juist irriteerde.

We besloten weer in te stappen en verder te rijden en na een dag rijden kwamen we rond 18.00 uur aan bij een camping net buiten Coober Pedy. We warmden een maaltijd op en gingen vroeg slapen.

De volgende ochtend reden we Coober Pedy weer binnen, het mijnstadje waar we op de heenreis ook even waren gestopt. Coober Pedy is ontstaan doordat hier in 1915 opaal werd ontdekt waarna er een ‘mine boom’ ontstond.

Opaal is een edelsteen dat wordt gevormd wanneer schelpdieren zich in kleine poeltjes met water bevinden die langzaam opdrogen. Wanneer de grond vervolgens wordt samengeperst ontstaat er opaal. Zuid-Australië lag zo’n 150 miljoen jaar geleden onder water en de waterspiegel is in de loop der tijd zo’n 25 meter gedaald waardoor de inlandse zee is opgedroogd. Wat daar nu nog zichtbaar van is zijn de zoutmeren in Zuid-Australië, zoals Lake Eyre en Lake Frome. In de grond rond Coober Pedy zijn naast Opaal ook veel fossielen gevonden van gigantische zeedieren.

De naam Coober Pedy is afgeleid van ‘Kupa Piti’ wat in de inheemse taal staat voor ‘white man’s holes’. Vandaag de dag wordt er nog heel veel naar opaal gezocht in Coober Pedy en het gebied rondom dit kleine plaatsje is dan ook omgeven door gaten en bergjes van opgegraven grond.

Net iets buiten Coober Pedy liggen de ‘breakaways’. Een landformatie dat is ontstaan doordat de grond erom heen langzaam is verzakt en afgebroken.

Omdat de temperatuur in Coober Pedy in de zomer hoog oploopt, en omdat men aan bepaalde graafapparatuur geen gebrek heeft, woont ongeveer 75% van de mensen ondergronds. Daar is de temperatuur het hele jaar door zo’n 25 graden Celsius.

We brachten de dag door in Cooper Pedy, bezochten een oude mijn, een museum, een ondergrondse kerk en sliepen ’s nachts in een ondergronds hotel, een bijzondere ervaring.

De volgende dag pakten we ’s ochtends vroeg voor de laatste keer de auto in en reden we in een ruk terug naar Adelaide. En zo kwam er een einde aan deze korte maar bijzondere reis.

We zijn tijdens de reis overspoeld met adembenemend natuurschoon maar helaas niet veel meer te weten gekomen over de Aboriginal cultuur. Ondanks dat hebben we er enorm van genoten.


Hartelijk dank voor het lezen en tot een volgende keer.


Liefs en groetjes,



Leander en Gabrielle



 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Kommentare


We are a traveling physiotherapy couple from The Netherlands, traveling through south-east Asia and hoping to find a job in Australia or New Zealand.  

 

Read More

 

About Us

© 2018 Leander Pronk & Gabrielle Laarhoven

  • Instagram
  • https://twitter.com/Laarhoven_Pronk

Email

Join our mailing list
bottom of page